Leestekst Onze neuronen zijn ons te snel af (Centraal Examen 2017-2018)
alinea 1
Het menselijk brein is een universum ter grootte van een voetbal, waarin miljarden neuronen als sterrenstelsels rondzweven. Eeuwenlang wist niemand wat zich in het brein afspeelde. Het was een zwarte doos, vol raadselen. Maar de afgelopen vijftig jaar werd die doos beetje bij beetje geopend. Sinds eind jaren zeventig gaat dat met behulp van foto's gemaakt door MRI (magnetic resonance imaging). Met een MRI-scanner kun je, via magnetische trillingen, het schedeldak oplichten en in het hoofd kijken.
alinea 2
Een functionele
MRI (afgekort tot fMRI) is een geavanceerde variant van de MRI, die sinds 15
jaar in gebruik is. Hij maakt foto's en zelfs filmpjes van actuele
hersenactiviteit. Dat gaat ongeveer als volgt: actieve neuronen hebben energie
nodig. Die wordt aangevoerd met zuurstofrijk bloed. Zuurstof is gevoelig voor
magnetische velden en daardoor kan de scanner de moleculen traceren.
alinea 3
Sinds kort
worden nu ook de commerciële mogelijkheden van de fMRI verkend. Neuro-economics
is in opkomst, net als 'neuromarketing'. Al is nog onduidelijk hoe verstrekkend
hun invloed zal zijn.
alinea 4
Het
Spinozacentrum van de Universiteit van Amsterdam, dat eind september werd
geopend, loopt voorop in deze kruisbestuiving van wetenschap en commercie.
Naast wetenschappelijke tests wordt er door Neurensics, de onderzoekspoot van
marketingbedrijf Lamarque, ook commercieel onderzoek gedaan. Het centrum staat
onder auspiciën van neuroloog Victor Lamme, bekend van zijn boek 'De vrije wil
bestaat niet'. Lamme is mede-eigenaar van Neurensics.
alinea 5
Aan een van de
onderzoeken van Neurensics doe ik mee. Terwijl ik via een spiegeltje naar
plaatjes op een computerscherm achter mij kijk, meet de scanner mijn
hersenactiviteit. Ik verwacht beelden van een biermerk, of een wasmiddel, maar
krijg hele heftige beelden te zien van geweld en seks. Maar ook lachende
kinderen, de onschuld zelve.
alinea 6
"Met opzet
tonen we dit soort expliciete, ondubbelzinnige beelden aan het begin van het
onderzoek", legt assistente Joanne van Slooten na afloop uit. "Het
zijn 'ijkplaatjes'. Het is duidelijk wat die beelden voor emoties moeten
oproepen, bijvoorbeeld begeerte, of walging. Maar bij ieder mens lichten
daarbij andere gedeelten op in de hersenen. Met deze beelden kunnen we die
plekken lokaliseren. Zo weten we precies welke neuronen in jouw hersenen staan
voor welke emotie."
alinea 7
Na het zien van
de ijkplaatjes komt het eigenlijke onderzoek. Onder andere worden twee
televisiespotjes getoond, die allebei het nieuwste type van een Frans automerk
aan de man moeten brengen. Het eerste reclamespotje toont een jongeman in een
witte auto, op weg naar zijn vriendin. Hij luistert naar het liedje 'Zombie'
van de Ierse popgroep The Cranberries uit 1994. Onbekommerd vals zingt hij mee.
"What's in your head, in your he-head". Balorig trekt hij, bij een
stoplicht, gekke bekken naar een andere automobilist. Maar als hij eenmaal bij
zijn vriendin is aangekomen, blijkt die automobilist haar vader te zijn. Na een
ongemakkelijke stilte zegt de man in het Engels: "Nou, euh, in ieder geval
heb je een mooie auto." Het reclamespotje besluit: "Het leven is te
kort voor verveling."
alinea 8
Dan filmpje
nummer twee. Daarin is dezelfde jongeman te zien. Dit keer staat hij bij de
ingang van een basisschool, met dezelfde witte auto. Hij is niet de enige; er
staat een hele rij mannen bij hun auto's, wachtend op hun kinderen. Op de
achtergrond klinkt een opgewekt gefloten deuntje. Daar komen de kinderen al, ze
rennen naar de vaders toe - maar niet naar de man met de witte auto. In plaats
daarvan loopt de juffrouw, een beeldschone blondine, naar hem toe. Langdurig en
innig is hun omhelzing, terwijl de andere mannen afgunstig toekijken. Het
spotje besluit: "Verwacht méér van het volwassen leven."
alinea 9
"Het eerste
van de twee spotjes is zonder twijfel erg grappig", zegt Maarten
Nederkoorn (46), 'managing partner' van Lamarque een dag na de sessie in de
fMRI-scanner. "Toch blijkt het, als je kijkt naar wat de scans vertonen,
niet te werken. Het roept nauwelijks positieve emoties op en zal mensen niet
aanmoedigen om die auto te kopen." Het tweede spotje doet dat volgens
Nederkoorn wél. "Hier blijken de beloningscentra in de hersenen veel meer
te worden gestimuleerd. Oftewel, dit spotje roept begeerte op."
alinea 10
Wie denkt uit
vrije wil de auto uit de reclame al dan niet te kunnen kopen, heeft het mis.
Onze neuronen zijn ons te snel af, zegt Nederkoorn, en maken de keuze al
voordat jij je ervan bewust bent. Nederkoorn toont de scans, die de
hersenactiviteit bij het zien van de twee spotjes met elkaar vergelijken. "De
omcirkelde gebieden zijn het striatum en de nucleus accumbens. Dat zijn
beloningsgebieden, die ook worden geactiveerd bij muziek, seks en verslaving.
Je ziet dat er daar bij spotje twee veel meer activiteit te zien is."
alinea 11
"Waarom dat
zo is, is eenvoudig te verklaren", zegt Nederkoorn. "Uiteindelijk wil
iedere man toch de alfa-aap zijn op de rots, met het mooiste vrouwtje. Alles
draait om status, vooral bij auto's, hét statussymbool bij uitstek. Koop déze
auto en je krijgt de mooiste vrouw. In het eerste spotje voel je vooral
plaatsvervangende schaamte, want de jongeman lijdt gezichtsverlies bij zijn
aanstaande schoonvader."
alinea 12
Dat klinkt
logisch, en eigenlijk ook niet bijzonder vernieuwend. Dat mannen erg aan status
hechten, is algemeen bekend. Wordt hier niet met veel wetenschappelijk gedoe
een open deur ingetrapt? "Misschien, maar waarom heeft de autofabrikant
dan toch dat eerste spotje laten maken? Achteraf is alles makkelijk te
verklaren. Moeilijker is het vooraf te voorspellen hoe een reclameboodschap uit
zal pakken. Wij kunnen wetenschappelijk aantonen waarom iets wel of niet werkt,
we hoeven niet meer te varen op vermoedens of intuïtie. Daarmee kom je een heel
eind, maar je kunt de plank ook volledig misslaan. Mensen kunnen hun gedrag
niet voorspellen. De scanner kan dat wel." Martin de Munnik (52),
mede-oprichter van Neurensics, knikt. "Het verschil is dat voor ouderwetse
reclamejongens marketing een kunst is. Voor ons is het een wetenschap."
alinea 13
Lamarque bedenkt
campagnes voor bedrijven als Akzo Nobel, Yamaha, Canon, Miele en Toerkoop. Maar
ook voor een liefdadigheidsinstelling als de Nierstichting. "Voor die
stichting hebben we recentelijk een campagne bedacht, gebaseerd op
neurologische inzichten. Veel goede doelen doen een beroep op menslievende
motieven. Maar altruïsme blijkt een fictie, die niet te lokaliseren is in het
brein. Wederkerigheid is dat wél: ik doe iets voor jou als jij iets voor mij
doet. Daarom stellen wij in onze televisiespotjes niet de vraag: wil jij je
orgaan doneren aan een ander, als die op sterven ligt? Maar: zou je een orgaan
van een ander willen, als dat je leven zou redden? Je moet uitgaan van
eigenbelang."
alinea 14
De Munnik: "Het
bewustzijn is een stemmetje in je hoofd dat je gedrag achteraf verklaart of
goedpraat, maar niet veroorzaakt. Een soort voice-over die ons gedrag van
commentaar voorziet. Ons gedrag wordt veroorzaakt door instincten en emoties,
meer niet."
alinea 15
"Dat
inzicht lijkt simpel", zegt De Munnik, maar zal leiden tot een 'totaal'
andere manier van marketingcampagnes bedenken, waarbij het gedrag van de
consument kan worden voorspeld. Dat sommigen dat een eng idee zouden vinden,
kan hij begrijpen. "Maar die angst is niet gerechtvaardigd. Marketing gaat
over de vraag: hoe krijg ik het juiste product voor de juiste prijs bij de
juiste klant? Neurologisch onderzoek bant de kans op missers uit, waardoor je
veel verspilling van tijd en geld voorkomt. Daar is iedereen bij gebaat,
producent én consument."
Leestekst 1. Onze
neuronen zijn ons te snel af
Bij deze tekst horen 12 vragen. De vragen vind je op dit VRAGENFORMULIER
Wanneer de link niet werkt, dan kan je ook de onderstaande vagen beantwoorden.
v